Franse melodieën van Gabriel Fauré en Maurice Ravel staan op het programma als bariton en pianist Thomas Oliemans en pianist Paolo Giacometti op donderdag 26 januari in de kleine zaal van het Muziekcentrum staan: La bonne chanson.
Bariton Thomas Oliemans begon zijn carrière tijdens zijn tienerjaren als vertolker van het populaire Franse chanson en bewees al in die jaren dat hij tevens een uitstekend pianist is. Onlangs begeleidde Thomas Oliemans zichzelf in hoogtepunten uit dit genre tijdens een tournee met Sinfonietta Amsterdam. Voor zijn programma met Franse 'mélodies' van Gabriel Fauré en Maurice Ravel neemt hij pianist Paolo Giacometti mee, maar hij neemt zelf ook plaats aan de vleugel, want samen spelen zij vierhandig Ravels beroemde sprookjes-suite Ma Mère l’Oye.
Om het te onderscheiden van het populaire chanson wordt het Franse lied ‘mélodie’ genoemd. Het komt voort uit het Duitse Romantische lied van bijvoorbeeld Schubert, maar het kreeg na de Frans-Duitse oorlog van 1870 een totaal eigen karakter: lichter, dromeriger, speelser en ongrijpbaarder, kortom typisch Frans met een zeker 'je ne sais quoi...' Gabriel Fauré is een van de grootmeesters van dit genre. Gedurende zijn hele leven besteedde hij regelmatig aandacht aan deze vocale miniaturen. La bonne chanson dateert van het begin van de jaren 1890 en werd geschreven met Emma Bardac in gedachten, de vrouw van een bevriende bankier op wie hij hals over kop verliefd werd. Uiteindelijk verliet Emma haar echtgenoot, maar niet voor Fauré, maar om er met Claude Debussy van door te gaan...
Fauré's leerling Maurice Ravel schreef een cyclus van drie liederen waarin een andere minnaar aan het woord komt wiens liefde niet wordt beantwoord: Don Quichotte. Naast de smeekbeden van deze 'ridder van de droevige figuur' horen we de oorspronkelijke pianoversie van Ravels Tombeau de Couperin. Een reeks van zes pianostukken die in eerste instantie verwijzen naar dansen uit de barok maar die bij nadere bestudering hommages zijn aan vrienden die tijdens de Eerste Wereldoorlog hun leven verloren. De heren Oliemans en Giacometti delen tenslotte het klavier voor een vertolking van Ravels impressies van Sprookjes van Moeder de Gans, een melancholieke reeks reminiscenties aan de kindertijd door de componist die zelf nooit kinderen kreeg, maar in zekere zin zijn kinderziel nooit zou verliezen.
Bariton Thomas Oliemans behoeft nauwelijks introductie. Hij is regelmatig in Enschede te horen waar hij overigens bij de Nederlandse Reisopera ooit zijn operadebuut maakte in Pollicino van Hans Werner Henze. Thomas treedt op in de grootste operahuizen en concertzalen in Europa en Noord-Amerika, maar verzorgt ook graag concerten in eigen land met diverse begeleiders of met zichzelf aan de piano, in repertoire dat reikt van Bannink en Brel tot Schubert, Mahler en hedendaagse componisten.
Paolo Giacometti studeerde bij Jan Wijn in Amsterdam en kreeg grote bekendheid met zijn cd-opnamen van Rossini's latere pianowerken. Met Thomas Oliemans vertolkte hij Schuberts Winterreise en liederen van Schumann die voor het label Channel Classics werden opgenomen.