In Het Sluwe Vosje staan de dieren en de mensen lijnrecht tegenover elkaar. De mensen verstoren het natuurlijk evenwicht van de dierenwereld door hen voor hun eigen gewin te gebruiken. Het Sluwe Vosje gaat daar tegenin en ze gebruikt slimme listen om de strijd met de mensen aan te gaan.
Aan de oppervlakte vertelt deze geniale opera een lieflijk verhaal waarin Janáček
de geluiden van de dierenwereld tot leven brengt. Het stuk zit vol met zingende dieren, maar centraal staat de relatie tussen de natuur en de mens. Een vosje valt niet te temmen en daarom daagt het de mensenwereld voortdurend uit. Componist Janáčeks boodschap is dat de natuur, net als de mens zelf, onderhevig is aan een eeuwige cyclus van sterven en geboren worden.
Hierin zien we zowel een diep menselijk verhaal als een opmerkelijk vooruitziend commentaar op klimaatverandering en de impact van de mens op de planeet.
Jibbe Willems schreef een nieuwe, sprankelende Nederlandse vertaling voor de Reisopera en in de cast schitteren Nederlandse en Vlaamse operasterren.
Het verhaal
De boswachter doet een dutje in het bos. Hij schrikt wakker als een kikker per ongeluk op zijn neus belandt. Hij ziet een mooi jong vosje en neemt het tegenstribbelende beest mee naar huis.
Het vosje weet na enige tijd te ontsnappen naar het bos. Daar ontmoet ze een knappe jonge vos en de twee worden stapelverliefd. Er volgt een bruiloft en er komen kleine vossenkinderen.
Maar dan wordt het vosje neergeschoten door een stroper omdat ze een kip gestolen had. Enige tijd later ligt de boswachter te slapen in het bos en droomt hij over een jong vosje, het evenbeeld van zijn eigen vosje. Hij wil het pakken, maar wordt dan wakker en heeft een kikker in zijn handen. ‘Was ik wakker of in dromen, zeg me, was het waar of toch een sprookje?’