Geschiedenis

Het ontstaan van de Twentse Schouwburg

In 1810 werd aan de Langestraat begonnen met een sociëteit, een herenclub waar allerhande zaken met elkaar besproken werden. In 1862 ging dit pand door een grote stadsbrand verloren. In 1863 werd op dezelfde plaats het pand herbouwd als ‘Groote Sociëteit’. In 1889 werd de bouw aanbesteed van een nieuwe schouwburgzaal. De Groote Sociëteit schonk de bevolking in Enschede een theaterzaal.  Jarenlang was dit de plek in Enschede waar het podium gevuld werd door vele artiesten. In 1953 werd de schouwburg uitgebreid met een Grote Zaal en kreeg het de naam: Twentse Schouwburg. Door deze aanpassingen konden er grote producties plaatsvinden. Door de technische accommodatie als zodanig kon de schouwburg gerekend worden tot één van de beste in Nederland. De oude schouwburgzaal werd ingericht als bioscoop en werd tot 1978 onder de naam ‘City-Theater’ in gebruik genomen. In 1983 vond er opnieuw een ingrijpende verbouwing plaats en werd de nieuwe schouwburg in 1985 weer geopend.

De naamswijzigingen
In 2002 is Podium Twente ontstaan. Dit was een overkoepelende naam voor de podiumkunst programmerende organisatie waaronder Muziekcentrum Enschede, De Grote Kerk en de Twentse Schouwburg naar buiten traden. De Twentse Schouwburg was door de jaren heen toe aan een grondige verbouwing, om grotere producties te kunnen huisvesten. Om deze reden is er gekozen voor een ander, moderner pand gevestigd aan de Wenninkgaarde. De opening in 2008 werd groots gevierd. Ook toenmalig koningin Beatrix was hierbij aanwezig. De Kleine Zaal, die onderdeel was van de Twentse Schouwburg, bleef wel in oude staat. In 2011 werd met de opening van de nieuwe loopbrug ook de nieuwe naam bekend gemaakt: Wilminktheater en Muziekcentrum Enschede. De naam Wilminktheater is een eerbetoon aan de in 2003 overleden Enschedese tekstschrijver/dichter Willem Wilmink. De loopbrug verbindt het Wilminktheater met het Muziekcentrum.

Muziekcentrum Enschede
Op het terrein waar nu het Muziekcentrum staat, begon in het voorjaar van 1859 het grondwerk voor de stoomweverij en –ververij van de enkele maanden voordien opgerichte firma Van Heek & Co. Twee broers hadden besloten samen “op stoom” verder te gaan. Een aantal ontwikkelingen in Twente en daarbuiten maakten het aantrekkelijk om over te gaan op de fabrieksmatige en gemechaniseerde productie. Dit sloot aan bij een algemene vernieuwing in Twente aan het eind van de jaren vijftig van de vorige eeuw.  Dit was het begin van een textielimperium, dat in de decennia daarna het beeld van Enschede in een aantal opzichten zou bepalen.

De locaties

De eerste locatie is het Wilminktheater. De grote maar intieme “Pay. Zaal” biedt plaats aan 1001 mensen. In de popzaal (“Hertog Jan Zaal’’) worden 170 zitplaatsen en 800 staanplaatsen aangeboden.

De tweede locatie is het MuziekcentrumHet Muziekcentrum is één van de belangrijkste concertzalen van Nederland. In de twee zalen (De Grote concertzaal met 1050 stoelen of 1800 staanplaatsen en de kleine zaal met 200 stoelen) kunnen muziekliefhebbers terecht voor uiteenlopende concerten.

De derde locatie is De Grote Kerk, ook bekend als ‘De huiskamer van Enschede’. Gelegen aan de Oude Markt is het zeker de meest centrale plek. Bijzonder is het fraaie Lambertus van Dam-orgel uit 1892.

De vierde locatie is De Kleine Willem. Na een paar verweesde jaren wacht de kleine theaterzaal van de voormalige Twenste Schouwburg aan de Langestraat in Enschede een nieuw leven. Als De Kleine Willem komt het podium onder de vleugels van het Wilminktheater. De Kleine Willem: die vondst komt voor rekening van hoofd publiekszaken Kévin Kamperman. Met een knipoog naar de naamgever van het moedertheater – schrijver en dichter Willem Wilmink – voorzag hij de jongste telg van deze aanspreektitel. Met een kleine 300 stoelen en een authentieke theaterentourage, biedt De Kleine Willem een podium voor cabaret en kleinkunst, muziek(theater), solotoneel en jeugdtheater.