Van legendarische boksers tot een nerveuze Liesbeth List

Theater Concordia aan de Oude Markt in Enschede is oorspronkelijk bedoeld als verenigingsgebouw voor de katholieke arbeiders. De maatschappelijk betrokken kapelaan Alfons Ariëns, die zich om hun lot bekommert, vindt dat deze groep een eigen onderkomen moet hebben. Hij is de motor achter het gebouw, dat in 1902 wordt geopend als onderkomen van de Katholieke Arbeiders Beweging. Al snel worden hier de eerste culturele activiteiten georganiseerd. De katholieke toneelvereniging St. Liduina speelt er haar voorstellingen en de Leo Harmonie geeft concerten met werken van Wagner en Rossini. 
Concordia is ook het podium voor bokswedstrijden. De legendarische Enschedese broers Quentemeijer boksen hier vaak. De boksring is opgeslagen onder het toneel van het schouwburgzaaltje. Op zaterdagen maken vrijwilligers de ringtouwen vast aan de muur. Soms schiet de ring los tijdens het boksen en moet de wedstrijd worden gestaakt. En zo nodig houden enkele toeschouwers de losgeschoten ring vast, zodat de boksers hun gang kunnen gaan. Wassen doen ze na de wedstrijd op het tweede balkon.  
In 1962 neemt de gemeente Concordia over van de Katholieke Arbeiders Beweging en wordt het gebouw een cultureel centrum voor de hele stad. Veel Enschedese toneelgezelschappen maken dankbaar gebruik van het podium. Ook artiesten uit het hele land weten Concordia te vinden. Zoals Liesbeth List aan het begin van haar carrière, die bloednerveus is omdat ze moet zingen zonder microfoon. Henk van Ulsen, Frits Lambrechts, Paul van Vliet, Robert Long en Jan Wolkers: allemaal komen langs in dat intieme theatertje aan de Oude Markt.