‘Een Tukker is als gevuld speculaas’

Taart, brood en andere baksels. Ze zijn er eigenlijk het hele leven, vertelt Robèrt. „Het begint al bij de geboorte met een beschuit met muisjes. Met verjaardagen zijn er taarten, met Valentijn bonbons, tijdens carnaval worstenbroodjes en met kerst een mooie stol. Zelfs als iemand in de kist ligt, hoort een plak cake erbij.”

De Oisterwijkse meesterbakker en meesterpatissier is ook geïnteresseerd in de verhalen áchter al die lekkernijen. Waarom eten we paaseitjes of oliebollen? „Ik vertel in het theater over de historie van die tradities. Eigenlijk is het één grote masterclass.”

Wees niet bang dat Robèrt twee uur lang in potten staat te roeren, er wordt tijdens de show niet gekookt. Wél geproefd. „Je kunt het niet over eten hebben, zonder te proeven. Ik vraag ook iedereen op het toneel, waar de tafel is gedekt. Mensen moeten van tevoren niet te veel eten, want je krijgt echt meer dan genoeg.”

Gevuld speculaas

Hoewel de meesterbakker het liefst met zijn handen bezig is, voelt hij zich inmiddels ook thuis in het theater. „Natuurlijk ligt het wel aan het publiek. Als iedereen een beetje halfdood zit te kijken, wordt het niets. Maar als het publiek leuk meedoet, voel ik me als een vis in het water. Bakken is ook beleving, en juist in het theater voel je dat meer dan ooit.”

Robèrt is overigens niet bang dat hij het Twentse publiek in het Wilminktheater niet meekrijgt. „Heel gezellige mensen in die regio.” Op de vraag met welk bakproduct hij de Tukker zou vergelijken antwoordt hij: gevuld speculaas. „Een beetje krokant van buiten, maar wel zacht van binnen”, vertelt hij lachend. „Dat vind ik wel typerend voor Twentenaren. Soms kom je er wat moeilijk doorheen, maar zo’n gevuld speculaasje is uiteindelijk wel heel smakelijk. En in jullie regio houden ze echt van koek. Dus volgens mij moet dat het zijn.”

Lees hier het hele artikel